Pasgeleden heb ik een boek gelezen van onderzoeksjournaliste
Griselda Molemans.
Zij heeft in haar
boek “Opgevangen in Andijvielucht” een waarheidsgetrouw beeld van een zwarte
bladzijde uit onze Nederlandse geschiedenis beschreven.
Uit schaamte en vernedering hebben de gedupeerde mensen
waaronder: Indische Nederlanders, Indo-Afrikanen, Chinese Nederlanders, Molukse
KNL en Marinepersoneel, Papoea’s, Toeganezen,
zogeheten maatschappelijke Nederlanders en veiliggestelde Indonesiërs,
al die jaren gezwegen.
Hun lot was stille armoede, gedwongen assimilatie en
ondoorzichtige misstanden.
Zij werden opgezadeld met een forse schuld aan de
Nederlandse overheid voor de kosten van opvang, overtocht en kleding.
Deze mensen kwamen naar Nederland omdat het in Indonesië
voor hen heel gevaarlijk was geworden na de Japanse bezetting.. ze waren niet
meer veilig in hun eigen land.
In Nederland werden ze opgevangen op diverse plaatsen door
het hele land, de zogeheten contract pensions.. de protestanten werden in het
noorden gehuisvest en de Katholieken in het zuiden.
Eenmaal in Nederland werd de indruk gewekt dat de
gerepatrieerden een warm welkom en een goede opvang stonden te wachten, maar de
werkelijkheid was anders.
De hospita’s van de diverse contractpensions verdienden
meestal goed aan deze mensen want zij moesten een gedeelte van hun inkomen
afstaan ten bate van eten en onderdak.
Ze kregen kleding en dergelijke en moesten zich opeens
aanpassen aan de Nederlandse leefregels die zij helemaal niet kenden.. Als ze
in hun eigen land regelmatig douchten konden ze dat in Nederland wel vergeten,
aangezien er op veel plaatsen niet eens een douche was.
Hun bagage werd ontsmet, en oosterse hapjes waren er niet
meer bij, ze moesten vaak eten wat de pot schaftte zoals hutspot, andijvie en
dergelijk Hollands voedsel wat zij helemaal niet kenden.
Al snel bleek dat de leefomstandigheden binnen deze pensions
heel wat te wensen over lieten.
Hele gezinnen werden gehuisvest in kleine achterafkamers met
alleen koud water en weinig privacy.
Ook waren er onvoldoende
toiletten op de gang, zodat lange wachtrijen ontstonden.
Er was vaak maar één badkamer per pension, waar men een keer
per week volgens een strak rooster mocht douchen; deden ze er te lang over, dan
werd simpelweg de kraan dichtgedraaid.
Daarnaast waren ook de slaapplaatsen erbarmelijk.
Men sliep op ijzeren bedden en op stromatrassen, die
daarvoor al door heel veel anderen waren gebruikt. Nieuw meubilair was wel
ingeslagen, maar werd nog een aantal jaren opgeslagen voordat de repatrianten
er gebruik van konden maken. Het was echt afzien voor de Indo’s….
Hun overkomst naar Holland had hen ook al zo ongeveer 1000
gulden gekost en alles wat zij kregen moesten ze natuurlijk met rente terug
betalen…met andere woorden.. de Nederlandse Staat profiteerden van hen als
armzalige ontheemden zonder land.
Men mocht uit een grote hoop tweedehandskleren van het Rode
Kruis kleding uitkiezen waarvan ze dachten dat ze het nodig hadden.
Kinderen mochten slechts te grote kleren uitkiezen, zodat ze
erin konden groeien. Later kregen de mensen kledingvoorschotten waarmee ze in
speciale winkels zelf kleding mochten gaan aanschaffen. Veel Indische
Nederlanders van de eerste generatie hebben tot aan hun dood maandelijks een nog
vast bedrag moeten afstaan…..
Voor mensen die van een later lichting kwamen werd deze
terugbetalingsverplichting echter teruggedraaid.
En er waren wel heel wat moeilijkheden te overwinnen! Al die
wollen kleding! Hoe moest je die wassen. En wat werd die kleding klein, na een
wasje met warm water!
En wat was het vreemd om te horen, als je een poosje op
bezoek was bij iemand… Je moet nu maar weer naar huis gaan, want wij gaan
dadelijk eten. Dit was zo in tegenstrijd met de gastvrijheid in hun
geboorteland.
Er kwam een boekje met Hollandse leefregels waar zij zich
aan moesten houden.
Voor vele Nederlanders was de situatie echter wel erg
gunstig: men kocht een huis, stouwde het vol met repatrianten en werd er rijk
mee. De pensionhouder kreeg namelijk een vast bedrag per gast uitgekeerd dat
hij naar eigen goeddunken mocht besteden. Dit had vaak zijn effect op de
kwaliteit van het voedsel.
Veel klachten gingen dan ook over het eten, dat schaars en vaak niet eens gaar was. Zelf koken mochten de mensen in de contractpensions over het algemeen niet, hoewel het op de kamers stiekem wel geprobeerd werd. Men gebruikte kleine pannetjes en kookte Indisch eten op strijkbouten.
De meesten waren zo verbouwereerd dat ze niet eens in
opstand kwamen en zich gedwee voegden naar het Hollandse leventje…
Hun kinderen groeiden op in ons land en leerden zich aan te
passen, maar veel van de oudere mensen hadden daar veel moeite mee en droomden
over hun eigen land..
Het is natuurlijk ook heel moeilijk als je van huis en haard
wordt verjaagd vanwege een oorlog waar je zelf geen schuld aan hebt, en je
daardoor moet vluchten naar een ander land omdat je anders geen leven meer
hebt.
In dit boek wordt beschreven hoe veel mensen deze tijd
hebben ervaren, en er waren ook gezinnen bij die het wel goed troffen en bij
familie terecht konden of snel een eigen plek hadden om te werken en wonen en
daardoor hun eigen leven konden leiden.
Ik moest hierbij ook denken aan de vele vluchtelingen die er
ook vandaag de dag nog zijn. Ook dikwijls verjaagd uit hun land door oorlogen
waar zij geen schuld aan hebben.
Gelukkig is de opvang tegenwoordig heel anders geregeld en
toch zijn er nog steeds heel vaak misverstanden en wordt een dergelijke opvang
niet zo geregeld dat iedereen ermee tevreden is.
Want zeg nou zelf 2.000 of meer mensen opvangen in een
dorpje met 200 inwoners.. dat vraagt natuurlijk om moeilijkheden……… teveel
mensen opeens op een plek zonder de juiste faciliteiten!
Deze Indische Nederlanders van na de tweede wereldoorlog
hebben de staat der Nederlanden ook claims opgelegd om geld terug te krijgen
die ze destijds teveel hebben betaald, of vanwege geleden leed… en dergelijke
zaken.
De erbarmelijke leefomstandigheden en de geringe
werkgelegenheid zorgden voor een grote exodus: zodra ze de kans kregen,
emigreerden velen naar Australië, Nieuw-Zeeland, Canada en Californië. Dit
voelde voor velen meer als een tweede thuis: het warme klimaat kwam dichtbij
dat van Indonesië, er waren meer kleurlingen en ze hadden minder last van
discriminatie.
Anita