woensdag 17 december 2014

contractpensions...

Pasgeleden heb ik een boek gelezen van onderzoeksjournaliste Griselda Molemans.

Zij  heeft in haar boek “Opgevangen in Andijvielucht” een waarheidsgetrouw beeld van een zwarte bladzijde uit onze Nederlandse geschiedenis beschreven.

Uit schaamte en vernedering hebben de gedupeerde mensen waaronder: Indische Nederlanders, Indo-Afrikanen, Chinese Nederlanders, Molukse KNL en Marinepersoneel, Papoea’s, Toeganezen,  zogeheten maatschappelijke Nederlanders en veiliggestelde Indonesiërs, al die jaren gezwegen.

Hun lot was stille armoede, gedwongen assimilatie en ondoorzichtige misstanden.

Zij werden opgezadeld met een forse schuld aan de Nederlandse overheid voor de kosten van opvang, overtocht en kleding.

Deze mensen kwamen naar Nederland omdat het in Indonesië voor hen heel gevaarlijk was geworden na de Japanse bezetting.. ze waren niet meer veilig in hun eigen land.

In Nederland werden ze opgevangen op diverse plaatsen door het hele land, de zogeheten contract pensions.. de protestanten werden in het noorden gehuisvest en de Katholieken in het zuiden.

Eenmaal in Nederland werd de indruk gewekt dat de gerepatrieerden een warm welkom en een goede opvang stonden te wachten, maar de werkelijkheid was anders.

De hospita’s van de diverse contractpensions verdienden meestal goed aan deze mensen want zij moesten een gedeelte van hun inkomen afstaan ten bate van eten en onderdak.

Ze kregen kleding en dergelijke en moesten zich opeens aanpassen aan de Nederlandse leefregels die zij helemaal niet kenden.. Als ze in hun eigen land regelmatig douchten konden ze dat in Nederland wel vergeten, aangezien er op veel plaatsen niet eens een douche was.

Hun bagage werd ontsmet, en oosterse hapjes waren er niet meer bij, ze moesten vaak eten wat de pot schaftte zoals hutspot, andijvie en dergelijk Hollands voedsel wat zij helemaal niet kenden.

Al snel bleek dat de leefomstandigheden binnen deze pensions heel wat te wensen over lieten.

Hele gezinnen werden gehuisvest in kleine achterafkamers met alleen koud water en weinig privacy.

Ook  waren er onvoldoende toiletten op de gang, zodat lange wachtrijen ontstonden.

Er was vaak maar één badkamer per pension, waar men een keer per week volgens een strak rooster mocht douchen; deden ze er te lang over, dan werd simpelweg de kraan dichtgedraaid.

Daarnaast waren ook de slaapplaatsen erbarmelijk.

Men sliep op ijzeren bedden en op stromatrassen, die daarvoor al door heel veel anderen waren gebruikt. Nieuw meubilair was wel ingeslagen, maar werd nog een aantal jaren opgeslagen voordat de repatrianten er gebruik van konden maken. Het was echt afzien voor de Indo’s….

Hun overkomst naar Holland had hen ook al zo ongeveer 1000 gulden gekost en alles wat zij kregen moesten ze natuurlijk met rente terug betalen…met andere woorden.. de Nederlandse Staat profiteerden van hen als armzalige ontheemden zonder land.
Men mocht uit een grote hoop tweedehandskleren van het Rode Kruis kleding uitkiezen waarvan ze dachten dat ze het nodig hadden.

Kinderen mochten slechts te grote kleren uitkiezen, zodat ze erin konden groeien. Later kregen de mensen kledingvoorschotten waarmee ze in speciale winkels zelf kleding mochten gaan aanschaffen. Veel Indische Nederlanders van de eerste generatie hebben tot aan hun dood maandelijks een nog vast bedrag moeten afstaan…..

Voor mensen die van een later lichting kwamen werd deze terugbetalingsverplichting echter teruggedraaid.

En er waren wel heel wat moeilijkheden te overwinnen! Al die wollen kleding! Hoe moest je die wassen. En wat werd die kleding klein, na een wasje met warm water!

En wat was het vreemd om te horen, als je een poosje op bezoek was bij iemand… Je moet nu maar weer naar huis gaan, want wij gaan dadelijk eten. Dit was zo in tegenstrijd met de gastvrijheid in hun geboorteland.

Er kwam een boekje met Hollandse leefregels waar zij zich aan moesten houden.

Voor vele Nederlanders was de situatie echter wel erg gunstig: men kocht een huis, stouwde het vol met repatrianten en werd er rijk mee. De pensionhouder kreeg namelijk een vast bedrag per gast uitgekeerd dat hij naar eigen goeddunken mocht besteden. Dit had vaak zijn effect op de kwaliteit van het voedsel.

Veel klachten gingen dan ook over het eten, dat schaars en vaak niet eens gaar was. Zelf koken mochten de mensen in de contractpensions over het algemeen niet, hoewel het op de kamers stiekem wel geprobeerd werd. Men gebruikte kleine pannetjes en kookte Indisch eten op strijkbouten.

De meesten waren zo verbouwereerd dat ze niet eens in opstand kwamen en zich gedwee voegden naar het Hollandse leventje…

Hun kinderen groeiden op in ons land en leerden zich aan te passen, maar veel van de oudere mensen hadden daar veel moeite mee en droomden over hun eigen land..

Het is natuurlijk ook heel moeilijk als je van huis en haard wordt verjaagd vanwege een oorlog waar je zelf geen schuld aan hebt, en je daardoor moet vluchten naar een ander land omdat je anders geen leven meer hebt.

In dit boek wordt beschreven hoe veel mensen deze tijd hebben ervaren, en er waren ook gezinnen bij die het wel goed troffen en bij familie terecht konden of snel een eigen plek hadden om te werken en wonen en daardoor hun eigen leven konden leiden.

Ik moest hierbij ook denken aan de vele vluchtelingen die er ook vandaag de dag nog zijn. Ook dikwijls verjaagd uit hun land door oorlogen waar zij geen schuld aan hebben.

Gelukkig is de opvang tegenwoordig heel anders geregeld en toch zijn er nog steeds heel vaak misverstanden en wordt een dergelijke opvang niet zo geregeld dat iedereen ermee tevreden is.

Want zeg nou zelf 2.000 of meer mensen opvangen in een dorpje met 200 inwoners.. dat vraagt natuurlijk om moeilijkheden……… teveel mensen opeens op een plek zonder de juiste faciliteiten!

Deze Indische Nederlanders van na de tweede wereldoorlog hebben de staat der Nederlanden ook claims opgelegd om geld terug te krijgen die ze destijds teveel hebben betaald, of vanwege geleden leed… en dergelijke zaken.

De erbarmelijke leefomstandigheden en de geringe werkgelegenheid zorgden voor een grote exodus: zodra ze de kans kregen, emigreerden velen naar Australië, Nieuw-Zeeland, Canada en Californië. Dit voelde voor velen meer als een tweede thuis: het warme klimaat kwam dichtbij dat van Indonesië, er waren meer kleurlingen en ze hadden minder last van discriminatie.

Anita






Waar blijft de tijd?

 Waar blijft de tijd....?   De laatste dagen denk ik vaak aan vroegere tijden..de jaren 70 waarin ik opgroeide in hetzelfde dorp waar ik nu ...